In de nieuwe Atlas van de Nederlandse zoogdieren is aangegeven hoe de verspreiding van de boommarter er de laatste anderhalve eeuw heeft uitgezien. Het blijkt dat de boommarter hier altijd schaars is geweest, ofschoon in veel streken van Nederland wel eens een boommarter is waargenomen (Müskens & Broekhuizen, 1992). Vanaf 1981 heeft het Rijksinstituut voor Natuurbeheer (RIN-DLO), sinds september 1991 voortgezet als Instituut voor Bos- en Natuuronderzoek (IBN-DLO), zoveel mogelijk dood gevonden boommarters Martes martes onderzocht. Op grond van de verzamelde gegevens kan worden geschetst waar in Nederland de boommarter zich nog voortplant en waar waarschijnlijk alleen zwervers voorkomen. Van de vroeger gevonden en gedode dieren zijn het geslacht, de leeftijd en de staat van voortplanting meestal niet bekend. Doordat er per jaar slechts 10 tot 20 dieren voor onderzoek beschikbaar zijn, kan het jaren duren voordat er op deze manier met betrekking tot een gebied zekerheid is over de status van de soort aldaar. Omdat die status in de loop der jaren kan veranderen, is elke vondst belangrijk om zicht te krijgen op de richting waarin de boommarterstand zich ontwikkelt. In dit overzicht worden de vondsten uit 1991 samengevat en besproken.