Ongeveer driehonderdvijftig belangstellenden waren op 1 februari 1992 in het provinciehuis in Den Bosch samengestroomd om de presentatie van de Atlas van Nederlandse Zoogdieren bij te wonen: een grote zaal vol "zoogdierologen”. Iedereen was er, van het enthousiaste jeugdbondlid tot de 87-jarige nestor en mede-oprichter van de VZZ Arie Scheygrond, van staatssecretaris Gabor tot de gedreven gegevensverzamelaar Kees Mostert. Beide laatsten kregen respektievelijk het eerste en het tweede exemplaar van de atlas aangeboden. Een afwisselend programma werd ons voorgeschoteld, met prachtige dia’s en met verhalen over zoogdierfaunistiek-geschiedenis, over mooie overheidsplannen maar te weinig geld, over de twee ondersoorten "wandelende denkende mens” en "fietsende denkende mens”, over marters en over zoogdiersporen. De dag werd afgesloten met een forumdiskussie over het gebruik van verspreidingsgegevens, een diskussie die vanzelfsprekend uitliep op de roep om geld, waarvan er eeuwig en altijd te weinig beschikbaar komt om via een goede ondersteuning de vrijwilligers enthousiast te kunnen houden.