Zo op het oog vormen de duinen door hun grote afwisseling van open valleien, dichte struwelen en een veelal beboste binnenduinrand, een ideaal biotoop voor reeën. Vreemd genoeg komt de ree toch niet in alle duingebieden voor: in de duinen van Noord-Holland benoorden het Noordzeekanaal en ten zuiden van Katwijk zijn slechts incidenteel reeën aanwezig, die steevast weer verdwijnen na verloop van enige weken. Toch voelt de ree zich in de andere duingebieden prima thuis. Zal zij wellicht op korte termijn de lege gebieden gaan bezetten? Nederlands enige in het wild levende hertesoort, de ree Capreolus capreolus, voelt zich het beste thuis in een landschap waar zij overdag dekking kan vinden om te rusten, te herkauwen of bij gevaar te vluchten en waar zij ’s nachts voldoende voedsel kan vergaren. Een parklandschap, met afwisselend sappige velden, akkers en bossen, vormt dan ook het voorkeursbiotoop van de ree. Na het op grote schaal in cultuur brengen van bossen en woeste gronden is het in ons land vrij goed gegaan met deze cultuurvolger. Sinds 1930 is de grootte van de populatie ongeveer vertienvoudigd en zijn veel nieuwe gebieden door reeën bevolkt, waaronder de duinen (Rijksinstituut voor Natuurbeheer, 1984).