De Siberische grondeekhoorn is sedert negentien jaar een vaste inwoner van het Zoniënwoud. Hoewel de Siberische grondeekhoorn ook op andere plaatsen in België (omgeving Westerlo, Calmeynbos te De Panne, kasteelbos te Zwijnaarde) in de vrije natuur wordt gesignaleerd, is de populatie in het Zoniënwoud de grootste. Niettemin is de Europese of rode eekhoorn er nog steeds aanwezig. Dit artikel schetst een beeld van de Siberische grondeekhoorn in het Zoniënwoud en zijn invloed op het bosecosysteem. In tegenstelling tot de rode eekhoorn is de Siberische grondeekhoorn Tamias sibiricus kleiner van postuur, zodat sommige argeloze wandelaars hem voor een jong van de rode eekhoorn aanzien. Zijn lichaam heeft een lengte van 13 tot 15 centimeter, met een dun staartje van 8 tot 10 centimeter. Kenmerkend zijn de vijf overlangse donkerbruine strepen op de rug, waarvan er twee ook op de zijkanten van de kop te zien zijn. Het achterste gedeelte van het lichaam is donkerder dan de flanken. De kleur verloopt geleidelijk van grijsbruin tot rosachtig op de rug tot vuilwit op de buik en de keel. De staart vertoont een gestreepte bruine en grijze tekening. Zoals in het Zoniënwoud kan worden waargenomen, kunnen de Siberische grondeekhoorns onderling nogal van kleur verschillen.