De dassen hadden een mooie plek uitgezocht in een rivierduintje begroeid met eiken. Ze zaten er hoog en droog beschermd tegen het steeds weer wassende water van de Maas. De drassige weilanden met de mooie meidoornhagen voedden de dassen al vele generaties. Ja, het was hier goed toeven voor de das totdat ... er meer huizen, meer wegen en meer industrie kwam. Ondanks de opmars van de mens houden de dassen nog vastberaden stand bij de Kraaijenbergse plassen. Ook kwam er een vierbaans autoweg, de A73. Deze autoweg isoleerde de dassenpopulatie definitief. Weliswaar is er aan een kant van de snelweg een dassenkerend raster geplaatst, maar een dassentunnel was teveel gevraagd en zal er nooit komen. De grote burcht nabij de Kraaijenbergse plassen heeft tien vers belopen pijpen en zes minder intensief belopen pijpen. Op de werpheuvels zijn naast veel nestmateriaal ook veel haren aangetroffen. Op de burcht is rond een zomereik een speelplaats en een oude gewone vlier doet dienst als krabboom. Tijdens een prachtige nachtelijke observatie op deze bedreigde kraamburcht in november 1992 heb ik zes dassen waargenomen. Ze zitten er dus nog, maar hun einde is in zicht.
Additional Metadata | |
---|---|
Zoogdier | |
CC BY-NC-ND 2.0 NL ("Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken") | |
Organisation | Zoogdiervereniging |
onbekend. (1993). Kortaf. Zoogdier, 4(1), 29–31. |