De infrastructuur in Nederland vormt een fijnmazig netwerk. Smalle, secundaire wegen met weinig verkeer steken zoogdieren nog wel over, maar veel dieren (vooral egels) verworden daardoor tot verkeersslachtoffer. De grote en drukke verkeerswegen zijn voor veel dieren een barrière, die ze zelfs niet meer kunnen oversteken (van Apeldoorn & Kalkhoven, 1991). Sinds enkele jaren worden er viaducten en tunnels voor dieren aangelegd, waardoor ze deze wegen beter kunnen kruisen. Wildviaducten blijken door veel dieren te worden gebruikt (Bekker, 1991). Dit artikel verhaalt over een onderzoek naar het gebruik van zoogdiertunnels in de provincie Utrecht.