Verenigingsnieuws

In januari van dit jaar is de definitieve versie van de Nota Jacht en Wildbeheer verschenen. Op het concept ervan heeft de VZZ uitgebreid commentaar geleverd; een deel ervan werd als een gezamenlijk stuk van tien natuurbeschermingsorganisaties uitgebracht. Van al dit commentaar, waar toch ongeveer een miljoen Nederlanders achter staat (de leden van de tien organisaties), heeft staatssecretaris Gabor zich heel weinig aangetrokken. De tendens van de nota, om het klassieke 'jachtbedrijf niet aan te tasten, bleef ongewijzigd. Opnieuw heeft de VZZ samen met de negen andere organisaties, maar ook apart, een reaktie opgesteld, nu gericht aan de Vaste Kamercommissie voor Landbouw en Natuurbeheer, die de nota dit jaar moet behandelen. De hoofdpunten van het aparte VZZ-commentaar zijn de volgende: – Jacht moet beschouwd worden als een instrument, een methode voor natuurbeheer, en niet als een zelfstandig doel. – Alle in het wild levende zoogdieren (ook exoten) moeten in principe beschermd zijn; voor zover bestrijding nodig is, moeten de soort en de te gebruiken bestrijdingsmethoden specifiek in de wet genoemd worden. Nu is een aantal soorten min of meer ’vogelvrij’ omdat ze niet in een wet genoemd worden. Ook het vreemde onderscheid tussen 'wild' (de soorten uit de jachtwet) en de overige fauna moet verdwijnen. – In alle natuurgebieden en in de ecologische hoofdstructuur moet het uitgangspunt zijn: 'geen jacht, tenzij...'. – Buiten de natuurgebieden dient het voorkomen en bestrijden van schade de leidraad voor de jacht te zijn, niet uitsluitend het genot van de jacht. – Roofdierbestrijding is ongewenst en volkomen vergelijkbaar met roofvogelbestrijding, wat al heel lang verboden is. – Afschieten van (zogenaamde) verwilderde katten is uit natuurbeschermingsoogpunt niet nodig en dus ongewenst; uit onderzoek is gebleken dat katten in de natuur weinig 'schade’ doen en bovendien meestal een baasje hebben. Ook is te voorzien dat de (beschermde) wilde kat ons land (Zuid-Limburg) binnenkort zal bereiken, en die lijkt sterk op een cyperse huiskat. – Zogenaamde aardhonden (teckels, terriers) zouden uit oogpunt van dierenleed niet meer gebruikt mogen worden bij de jacht op vossen in holen; er vindt ondergronds vaak een gruwelijke en langdurige strijd plaats. Bovendien kan de beschermde das in zo’n hoi zitten. – Wilde zwijnen zouden in méér gebieden mogen voorkomen dan de twee waar ze nu getolereerd worden, bijvoorbeeld in natuurontwikkelingsgebieden in uiterwaarden en dergelijke.