Sinds de verschijning van het Natuurbeleidsplan in 1990, wordt er meer aandacht besteed aan de verplaatsingen van dieren binnen en tussen populaties. Omdat onderzoek naar zoogdieren op dit gebied arbeidsintensief is, wordt meestal gebruik gemaakt van toevallige waarnemingen. Zo proberen Müskens & Broekhuizen aan de hand van verkeersslachtoffers een beeld te krijgen van de verplaatsingen van dassen in Nederland. In hun rapport behandelen de schrijvers geslachts-, leeftijdsen seizoensverschillen in relatie tot de afgelegde afstand. Daarbij gaan ze er van uit, zoals in dit soort onderzoeken gebruikelijk is, dat de verongelukte dassen afkomstig zijn uit de dichtstbijzijnde (hoofd)- burcht. De schrijvers beschikken echter ook over gegevens van gemerkte dassen, die als jong op een burcht gevangen zijn. Bij de analyses van de verplaatsingen blijkt de uitkomst sterk afhankelijk van de gebruikte methode. Berekend vanaf de dichtstbijzijnde belopen burcht is de afgelegde afstand zelden groter dan drie kilometer. Berekend vanaf de plaats waar de dieren gevangen waren, was de afstand echter veel groter. De conclusie van de auteurs luidt dan ook dat kwantitatieve gegevens over de verplaatsingen van dassen niet alleen aan verkeersslachtoffers zijn te ontlenen. Dit rapport levert een belangrijke bijdrage aan het opstellen van modellen over de populatiedynamica van dassen. Dennis Wansink Müskens, G.J.D.M. & S. Broekhuizen, 1993. Migratie bij Nederlandse dassen Meles meles (L, 1758). IBN-rapport 003, Wageningen, 33 pagina's. Het rapport is te bestellen door overmaking van f10,- (BF 180) op Postbank 948540 van IBN-DLO te Wapeningen onder vermelding van het rapportnummer.