In november 1993 werd een vooronderzoek gestart naar de haalbaarheid van zoogdiermonitoring in Nederland. Onder monitoring wordt hier verstaan het volgen in de tijd van ontwikkelingen in aantallen en verspreiding van de verschillende soorten zoogdieren. De kennis hiervan is nodig om tijdig veranderingen waar te nemen, zowel voor- als achteruitgang van soorten, en om de effectiviteit van beschermingsmaatregelen te kunnen meten. Het vooronderzoek werd in november 1994 afgesloten met een eindrapport. Uit het vooronderzoek bleek dat van verschillende soorten zoogdieren de ontwikkelingen vrij goed gevolgd kunnen worden. Hiervoor zijn echter wel verschillende methoden nodig. De meeste komen er op neer dat de aantallen zoogdieren (of hun sporen) worden gevolgd in proefgebieden of transecten. Het gehele samenspel van methoden en proefgebieden wordt ook wel aangeduid als het Meetnet Zoogdieren (de Wijs 1994).