Te steile oevers veroorzaken jaarlijks duizenden verdrinkingsslachtoffers onder dieren. Deze kunnen nadat ze in het water terecht zijn gekomen, niet meer op de kant klimmen. Na langdurig rondzwemmen volgt dan verdrinking. Tegenwoordig worden veel oevers op natuurvriendelijke wijze ingericht, waardoor de overgang tussen land en water zo geleidelijk mogelijk is. Op sommige plaatsen is dit echter niet mogelijk en bestaat de oeververdediging uit damwandplanken of andere steile constructies. De kans dat dieren die zwemmend zo’n waterloop oversteken verdrinken, kan worden verminderd door het aanbrengen van fauna-uitstapplaatsen (fup’s). Tot voor kort werden hoofdzakelijk fup’s van vijf meter breed of meer aangelegd. Uit onderzoeken is duidelijk geworden dat veel diersoorten deze fauna-uitstapplaatsen gebruiken om uit het water te klimmen (Bekker, 1990). Het nadeel van deze fup’s is echter dat ze betrekkelijk kostbaar zijn. Zo kost een fup van vijf meter breed die in een bestaande oever wordt ingebouwd circa f 15.000 (BF 270.000).