In het waterrijke Nederland en Vlaanderen is een groot deel van de voorkomende zoogdiersoorten gebonden aan water en oevers. In totaal is 40-50% van onze zoogdiersoorten in meerdere of mindere mate afhankelijk van waterrijke gebieden als moerassen, rivieren, beken en meren. Hiervan komen negen soorten voor op zowel de Nederlandse als de Vlaamse Rode Lijst, in beide landen dus 30% van de Rode Lijst-soorten. Een aantal zoogdiersoorten brengt langs het water vrijwel de gehele levenscyclus door, zoals waterspitsmuis, muskusrat, noordse woelmuis en bever (beide alleen in Nederland) en de uitgestorven otter en Europese nerts. Andere soorten zijn minder gebonden aan water maar komen relatief veel in de oeverzone voor: woelrat, bosspitsmuis, dwergmuis, bruine rat, hermelijn en bunzing. Ook wild zwijn en edelhert horen bij deze groep, hoewel zij zich door kunstmatig beheer niet in hun optimale voedselgebieden, waaronder de uiterwaarden langs de grote rivieren, kunnen begeven. Veel vleermuissoorten zijn voor een belangrijk deel van hun voedselvoorziening afhankelijk van oppervlaktewateren. Voor watervleermuis en meervleermuis geldt dit in sterkere mate dan voor andere soorten. Ook twee exoten, die verder niet behandeld worden, zijn gebonden aan de oeverzone: beverrat en Amerikaanse nerts.