Bosrijke gebieden kunnen veel soorten zoogdieren herbergen. Het rijkst zijn de oude loofbossen met veel ondergroei en veel afwisseling in de vegetatiestructuur. Hier kunnen wel 20 soorten voorkomen (Van Vuure 1985). Tweederde van de Rode Lijst-soorten in Nederland en Vlaanderen bestaat uit soorten die afhankelijk zijn van boslandschappen. Sommige zoogdiersoorten houden zich vooral op binnen de beslotenheid van het bos zelf. Dit geldt bijvoorbeeld voor boommarter, eekhoorn en grote bosmuis. Andere soorten verkiezen juist de afwisseling van bos met stukken grasland, water, heide, akkers of zelfs bebouwing. Voorbeelden hiervan zijn das, franjestaart en eikelmuis. Voor zoogdieren is het belangrijk om het boslandschap in zijn totaliteit te bekijken.