Van de 67 soorten zoogdieren die nu nog in België en Nederland in het wild leven komen 46 soorten (69%) regelmatig in de buurt van menselijke bewoning. Dat dit percentage zo hoog is, is niet zo verwonderlijk, want in het dichtbevolkte België en Nederland is het zo goed als onmogelijk om niet in de buurt van menselijke bewoning te komen. In elk landschap vind je huizen, alleenstaand in een bos of gegroepeerd tot een dorp in een cultuurlandschap. Van de soorten die op de Rode Lijsten staan zijn het vooral de vleermuizen die van de bebouwde omgeving afhankelijk zijn. Vier soorten staan op de twee Rode Lijsten. De meeste in het wild levende zoogdiersoorten beschouwen een enkel huis of een klein dorp als een onderdeel van hun leefgebied en maken er gebruik van. Een groot aantal vleermuissoorten heeft zijn kraamkolonies in de spouwmuur van een huis of op de zolder van een kerk. Zelfs een typische bosbewoner als de boommarter maakt soms gebruik van huizen en schuren om daar haar jongen te werpen (zie Zoogdier 4(3)).