Tijdens de jaarlijkse kontrole van overwinterende vleermuizen in ondergrondse objekten werd in een ijskelder in de omgeving van Ommen een grote vleermuis opgemerkt. Omdat het niet mogelijk was de ijskelder te betreden en dichter bij de vleermuis te komen, en het exemplaar aan het plafond tussen andere vleermuizen hing, was de soortdeterminatie aanvankelijk niet helemaal zeker. Bij een volgende kontrole, op 6 februari 1996, bleek dat het hier om een vale vleermuis ging. Het betreft de noordelijkste melding van deze soort in Nederland, althans in deze eeuw. In Overijssel werd eenmaal eerder een vale vleermuis opgemerkt. Dit betrof een melding van een geringd exemplaar dat werd gevonden in een silo van een graanpakhuis op 5 oktober 1964 te Markelo (med. B. Hoekstra). Overwinterende vale vleermuizen zijn in Nederland voornamelijk bekend van de kalksteengroeven in Zuid-Limburg. Buiten dit gebied overwintert de soort alleen regelmatig in kelders van ’t Loo bij Apeldoorn. De laatste winters werd hier slechts één exemplaar geteld (med. G. Glas). De ijskelder bij Ommen ligt ruim 45 km ten noordoosten van Apeldoorn.