Het maken van een nauwkeurige schatting van het aantal reeën of herten in een gebied is niet gemakkelijk. Tellen aan de hand van zichtwaarnemingen is moeilijk en arbeidsintensief. Een alternatief is tellen van sporen, wat dan op een gestandaardiseerde manier moet gebeuren. Dit stageverslag gaat in op het tellen van keutels zoals dat in de Amsterdamse Waterleidingduinen gebeurde. Er zijn twee methoden om keutels te tellen: de ‘standingcrop’ methode en de ‘plot-clearance’ methode. In het eerste geval worden eenmalig alle keutels geteld in plotjes langs een looproute. In het tweede geval worden kleine stukken grond afgebakend. Binnen deze plotjes worden alle keutels verwijderd. Na enkele dagen tot weken wordt gekeken hoeveel nieuwe keutels er in de plotjes zijn bijgekomen. Met beide methoden is het mogelijk tot een schatting van de populatiegrootte te komen!