De kop van Overijssel, meer specifiek De Weerribben en De Wieden, maken onderdeel uit van de Ecologische Hoofdstruktuur (EHS). De EHS is het netwerk van natuurgebieden dat moet leiden tot het behoud van diverse ecosystemen in Nederland en de daarbij horende plante- en diersoorten. Om dit doel te bereiken moeten de gebieden in de EHS op een bepaalde wijze beheerd worden. Voor moerasgebieden wordt gestreefd naar een extensief beheer van rietlanden (Bal et al. 1995). De Weerribben en De Wieden zijn voorbeelden van moerasgebieden waar het beheer al extensief is. De Weerribben en De Wieden zijn terreinen waar, althans tot eind jaren tachtig, nog noordse woelmuizen voorkwamen. De laatste jaren zijn noordse woelmuizen hier niet meer aangetroffen. Piet Bergers en Rob van Apeldoorn (1995) leidden hieruit af dat extensief beheer van rietlanden nadelig is voor noordse woelmuizen. Het is echter de vraag of noordse woelmuizen echt niet meer voorkomen in beide gebieden. Sinds 1988 is er nauwelijks onderzoek verricht naar het voorkomen van deze soort in de kop van Overijssel.