Sporen vind je overal. Na een fikse regenbui of als het ‘s morgens heeft gerijmd, heb je op paden en langs oevers van beekjes en rivieren een kans om de aanwezigheid van verborgen levende zoogdieren bevestigd te krijgen. Doch niets gaat boven een dun sneeuwtapijt. Je krijgt dan de kans de dieren een eind te volgen en iedere morgen sta je versteld van de bedrijvigheid die ze de vorige nacht ‘aan de dag’ hebben gelegd. Als je dan op de koop toe sporen van grote roofdieren kunt volgen in een beschermd landschapsgebied in Oost-Europa, waar de menselijke invloed nog niet is uitgegroeid tot westerse proporties, kom je gegarandeerd tot veel ontdekkingen. Enige tijd geleden had ik het idee opgevat om sporen van wolven Canis lupus, lynxen Lynx lynx en beren Ursus arctos in het beschermde landschapsgebied van de Muran vlakte (Muranska Planina) in Slowakije te volgen. Dat onderzoek sloot aan op mijn studies aan de Faculteit voor Wetenschappen van de Comenius Universiteit in Bratislava. Op deze manier wou ik iets te weten komen over het foerageergedrag en het voorkomen van de drie grote carnivoren in de regio van Centraal Slowakije. ‘Foerageren’ is een term die uitdrukt op welke manier een dier zijn voedsel bemachtigt in het habitat waarin het zich bevindt. Door sneeuwsporen te volgen kan men het foerageergedrag indirect observeren en verkrijgt men inzicht in de faunistische diversiteit van een gebied.