Steeds vaker wordt voor het beheer van natuurterreinen gebruik gemaakt van runderen als Schotse hooglander, fjordenpaard of andere grote grazers. Deze grote grazers worden meestal preventief behandeld tegen wormen. Resten van deze ontwormingsmiddelen komen met de mest in de natuur terecht. Ze kunnen daar nadelige effecten hebben op insecten die van de mest afhankelijk zijn. De Wetenschapswinkel Biologie heeft, in opdracht van Natuurmonumenten, onderzoek gedaan naar neveneffecten van ontwormingsmiddelen. Het blijkt dat er erg weinig bekend is over de onbedoelde effecten van ontwormingsmiddelen op insecten en op vogels en zoogdieren die deze insecten eten. Het ontwormen van grote grazers kan echter zodanig worden aangepakt, dat mogelijke risico’s voor andere dieren in de natuurgebieden kleiner worden. De ontwormingsmiddelen die in de veehouderij en ook bij natuurlijk terreinbeheer met grote grazers worden gebruikt hoeven pas vanaf 1997 getest te worden op risico’s voor natuur en milieu. De huidige middelen zijn alleen getest op de werkzaamheid en veiligheid voor vee en consument. Het staat dus niet vast of, en in welke mate, de huidige ontwormingsmiddelen schadelijk zijn voor andere dieren in de natuur.