Regelmatige inspectie van bomen met spechtengaten is de moeite waard, vooral in het voorjaar. Boommarterwijfjes kiezen vaak oude nestholen van de zwarte specht uit om hun jongen te werpen. Als die er eenmaal zijn, gaat de moeder om zich te ontlasten niet ver meer uit de buurt. Zo verraadt ze haar aanwezigheid door de opeenhoping van keutels onder of dichtbij de nestboom. En dan kunnen de observaties beginnen... Onder een beuk in de buurt van Hilversum met enkele door spechten gehakte holten erin, lagen op 28 maart 1998 nog geen marteruitwerpselen. Bij de volgende inspectie echter, op 15 april, lagen er een stuk of tien op de grond en nog enkele andere op knobbels en takken van de boom. Gezien dit aantal keutels veronderstel ik dat omstreeks 5 april een wijfjesboommarter zich hier een kraamkamer had gekozen, dus de gedachte dat er inmiddels jongen zouden kunnen zijn, lag voor de hand. Op 19 april observeerde ik ’s ochtends vroeg bij de boom, verwachtend dat de boommartermoeder allang bij zonsopgang van de jacht huiswaarts gekeerd was, om de dag bij de jongen door te brengen, zoals boommarters met kleine jongen dat doen. Om half negen zag ik echter opeens een glimp van een boommarter, nog in de lichte wintervacht, in de kale beukentakken. Ze verdween in een douglasbosje verderop. Enige niet al te opgewonden vogelgeluiden leken de plaats waar ze zat aan te duiden, maar al snel werd het stil.