‘Doe jij de pitfalls even?’ vraagt de voorzitter aan mij. 'Wat is dat toch voor kattenbraaksel?’ vraag ik na afloop, na bot te hebben gevangen. ‘Pindakaas met havermout’, is het antwoord. Waarom wordt er toch nooit geaasd met iets lekkers? Slagroom, mokkataart, rozijnen, mango, hagelslag? In het weekend van 18 tot en met 20 september hield de Veldwerkgroep van de VZZ haar najaarskamp in het Limburgse Mergelland. De illustere en zeldzame hazelmuis was voor veel leden aanleiding mee te gaan. De hazelmuis blijkt in zijn biotoop, zonnige braamstruwelen aan zuidelijke bosranden, te worden bedreigd door het klepelen van wegranden (een weinig subtiele snoeimethode) en het onvoldoende tegengaan van verbossing, waardoor de braamstruwelen beschaduwd raken en zich niet weelderig kunnen ontwikkelen, zo werd ons door de hazelmuisexpert Ruud Foppen verteld. Ruud nam ons mee naar het Vijlenerbos, waar in de wegbermen diverse voortplantingsnesten van deze slaapmuis te vinden zijn. Van veertienhonderd georganiseerde (en zeshonderd ‘zwarte’) wandelaars, een profwielerkoers en talloze andere fietsliefhebbers, drommen motorrijders, een oldtimer-optocht en schuttersfeesten, blijkt de roodblonde ster van ons weekend zich niets aan te trekken. Twee hazelmuizen laten zich uitvoerig bekijken en fotograferen. Het aardige van de hazelmuis is namelijk zijn onverschrokken nieuwsgierigheid bij klaarlichte dag. In een bevallige pose laat een van de twee juvenielen zich uitvoerig zien. ‘Beeldmooie muis’ is nog te zwak uitgedrukt. Met zijn borstkasje in een gevorkte braamtak, bungelende pootjes, kopje omlaag en een biggestaartkrulletje in zijn behaarde staart bekijkt hij zijn bewonderaars heel rustig. Zijn grote vijand, de kerkuil van Slenaken, slaapt.