Twee onderzoekende ogen kijken het nieuwe kantoor van de VZZ rond. Speurend naar sporen? We hebben hier afgesproken voor een interview met Annemarie van Diepenbeek. Deze maand verschijnt van haar hand het nieuwe sporenboek voor West-Europa. Veel sporen zijn hier echter nog niet gemaakt, want de VZZ zit pas in dit kantoor. Door de grote spiegelruiten is ze afgeschermd voor onbescheiden blikken van buiten, maar niet voor de nieuwsgierige vragen die binnen gesteld worden. Annemarie, hoe kom je op het idee om een sporenboek te schrijven? Er moest wat gebeuren, want de enige goede gids op dit gebied, de oorspronkelijk Deense Elseviers diersporengids, was tien jaar geleden niet meer te krijgen. Tijdens cursussen en lezingen die ik in het land gaf moest ik steeds mensen teleurstellen. De uitgever van de diersporengids wilde destijds geen herdruk overwegen, dus uit arren moede ben ik zelf maar een sporengids gaan schrijven. Negen jaar geleden is er al met de KNNV overlegd over de uitgave van een sporenboek, in zwart-wit. Daar zag ik het nut niet van in, want sporen op de grond zijn meestal een combinatie van de kleuren bruin, groen en grijs. Als je dat in zwart-wit weer moet geven blijft er weinig van over.