Egelonderzoek in Europa

Op 28 en 29 januari 2000 vond in Zweden de vierde International Hedgehog Workshop plaats, georganiseerd door de in 1996 opgerichte European Hedgehog Research Group (EHRG). Doel van de workshopserie is kennis en ervaring uitwisselen tussen onderzoekers, medewerkers van PGO’s en egelopvangcentra. Deelnemers uit negen verschillende Europese landen presenteerden en bespraken lopend of recent afgerond egelonderzoek. De interessantste zaken worden hier kort besproken. Dat egels vaak worden doodgereden is bekend. Uit onderzoek langs het Nederlandse wegennet blijkt dat het aantal slachtoffers daarbij behoorlijk kan oplopen (Huijser & Bergers 1998). Ook in Italië sterven veel egels op het wegdek. In 1999 heeft men geprobeerd de omvang van de egelsterfte in de Romagna-regio in noord-Italië vast te stellen (Scaravelli 2000). Er werd van maart tot december 1999 meer dan 10.000 kilometer weg afgezocht. De studie wees uit dat in die periode gemiddeld 0,6 egels per kilometer weg werden doodgereden. Het aantal varieerde van 0,02 op bergwegen tot 1,4 op wegen in laaggelegen dorpen of buitenwijken. Het hoogste aantal slachtoffers werd gevonden in de periode mei-juni en oktober. Deze pieken houden waarschijnlijk verband met respectievelijk de eerste en tweede worp, ook vanwege het relatief hoge aandeel jonge egels in deze perioden. Overigens zijn er in Nederland geen aanwijzingen voor meer dan één worp per jaar (Huijser 1997). De piek in het aantal slachtoffers ligt in onze streken in juni en juli. Dit houdt waarschijnlijk verband met de hogere activiteit van mannelijke egels in de paartijd (Huijser & Bergers 1998).