2000
Muizen als zaadsjouwers en grasmaaiers
Publication
Publication
Zoogdier , Volume 11 - Issue 3 p. 3- 6
Onderzoek naar kleine zoogdieren wordt op veel plaatsen uitgevoerd. Meestal richt zulk onderzoek zich op het beschrijven van het habitatgebruik en de verspreiding van muizen. Slechts enkelen wagen zich aan het onderzoek naar de rol van kleine zoogdieren in de vegetatiedynamiek. Wij waren vooral geïnteresseerd in de invloed van muizen op de vegetatie en al doende onderzochten we ook het verband tussen de vegetatiestructuur en het voorkomen van de verschillende soorten. Ons onderzoek vond plaats in heiden en bossen op arme zandgronden van de Veluwe, en wel in het Speulder- & Sprielderbos (1993-1997) en in het Nationale Park De Hoge Veluwe (1996- 1997). Informatie over de muizen (soort, sexe, geslacht, dichtheid, mobiliteit) werd verzameld door gebruik te maken van Longworth lifetraps, die in zogenaamde grids van 15-25 vallen met een tussenafstand van 5 m werden geplaatst. De vallen werden gevuld met hooi en beaasd met wortel, havermout en pindakaas. Gevangen werd gedurende een week, met een pre-bait-periode in het voorafgaande weekend. In dit onderzoek worden de spitsmuizen buiten beschouwing gelaten, omdat ze geen (directe) invloed op de vegetatie hebben. Er werden veel zaadpredatie-experimenten uitgevoerd, door op vaste plekjes 50-200 eikels of beukennootjes neer te leggen en naderhand te bekijken hoeveel zaden door de muizen waren versleept.
| Additional Metadata | |
|---|---|
| Zoogdier | |
| CC BY-NC-ND 2.0 NL ("Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken") | |
| Organisation | Zoogdiervereniging |
|
Ruben Smit, & Johan Den Ouden. (2000). Muizen als zaadsjouwers en grasmaaiers. Zoogdier, 11(3), 3–6. |
|