In de eerste jaarhelft van 2000 genoten enkele zoogdiersoorten de bijzondere aandacht van de Vlaamse Regering. Voor de lynx en de bever, die beide tot voor kort als niet (meer) voorkomend in Vlaanderen golden, werd principieel beslist ze het statuut van integraal beschermde diersoorten toe te kennen. Concreet worden zij daarbij opgenomen in de bijlage van het KB van 22/9/1980 ‘ter bescherming van bepaalde in het wild levende inheemse diersoorten die niet onder de toepassing vallen van de wetten en besluiten op de jacht, de riviervisserij en de vogelbescherming’. Deze beslissing volgt op een advies, geformuleerd door het Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer, waarin de juridische lacune aangaande deze beide soorten werd geconfronteerd met de vaststelling dat zij mogelijk wel op Vlaamse bodem kunnen worden aangetroffen. Het betreffend beleid in Vlaanderen en Nederland wordt daarmee ook gelijklopend (cf. Broekhuizen, 1996). Het toekennen van een statuut betekent uiteraard niet dat lynxen en bevers zomaar hier of daar te observeren zijn in Vlaanderen. Het ‘mysterieuze’ voorkomen van de lynx kan vooralsnog niet méér gedocumenteerd worden dan met een handvol betrouwbaar beoordeelde waarnemingen. Opmerkelijk daarbij is wel dat enkele daarvan afkomstig zijn van de westelijke zijde van zowel de Grensmaas als het Albertkanaal – een dubbele, aanzienlijke barrière tussen Nederlands Zuid-Limburg en Vlaanderen. Voor de bever, die reeds menigmaal in het Grensmaasgebied werd opgemerkt, is de – vermoede – herkomst een stuk verklaarbaarder, gezien de goed gedocumenteerde herintroducties in Nederland. Inmiddels werden ook in Wallonië, op initiatief van een private organisatie, een aantal bevers uitgezet. Recente beveraanwezigheid in andere Vlaamse regio’s, zoals in zuidelijk Vlaams Brabant, zijn mogelijk terug te voeren op uitzwermende of dolende ‘Waalse’ dieren.