In een partij kerkuilbraakballen die in het kader van het project ‘Braakbalmonitoring’ (onderdeel van Zoogdiermonitoring) is verzameld in januari 1999 in de omgeving van Geulle aan de Maas (gemeente Meerssen), zijn op een totaal van 209 prooidieren twee grote bosmuizen Apodemus flavicollis aangetroffen. De vindplaats ligt in het noordelijk deel van het huidige bekende verspreidingsgebied. In Zoogdier heeft al eens een overzicht gestaan van vangsten en vondsten uit de periode 1990 t/m 1995 (Bitter, 1996). Sindsdien is de soort in 1997 gemeld uit de omgeving van de Vijlenerbosschen (Barendse, 1997) en in 1998 gevonden langs de Geul in Meerssen (mond. meded. L. Backbier). Deze braakbalvondst vormt een aanvulling op de verspreiding van de soort in Zuid-Limburg en is een aanwijzing dat de grote bosmuis zich nog steeds uitbreidt. Eind jaren zestig was de soort nog slechts incidenteel aangetroffen in Zuid-Limburg. In 1984 bleek de grote bosmuis tamelijk algemeen voor te komen in het Vijlenerbosch (Bergers et al., 1989) en in de jaren negentig kwamen we tot de ontdekking dat ook andere bosgebieden in Zuid-Limburg gekoloniseerd te zijn. Ook in die tijd constateerde men dat de grote bosmuis niet strikt gebonden is aan vochtige loofbossen, maar ook veel voorkomt in allerlei heggen en hagen (Barendse, 1993). Wellicht is het grote aantal heggen en hagen (als ‘verbindingswegen’) in Limburg mede verantwoordelijk voor de gesignaleerde toename.
| Additional Metadata | |
|---|---|
| Zoogdier | |
| CC BY-NC-ND 2.0 NL ("Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken") | |
| Organisation | Zoogdiervereniging |
|
onbekend. (2000). Waarnemingen. Zoogdier, 11(4), 27–28. |
|