Onder auspiciën van de VZZ en grotendeels gefinancierd door de Dienst Weg- en Waterbouwkunde van Rijkswaterstaat onderzocht Marcel Huijser in de jaren 1995-1999 het effect van sterfte door het verkeer op de egel Erinaceus europaeus en verkende hij de mogelijkheden om het aantal slachtoffers te verminderen door aanpassingen van het landschap langs wegen. Onlangs promoveerde hij in Wageningen op zijn proefschrift ‘Life on the edge’. Zijn promotie is de bekroning van een VZZ-project dat al in 1992 begon. Egels vormen de grootste groep onder de verkeersslachtoffers (54%), vooral gedurende de paartijd in de zomer. Naar schatting sterven in Nederland jaarlijks 113.000 tot 340.000 egels op de weg. Op basis van gegevens van sterfgevallen en doodgevonden egels in opvangcentra voor dieren in Nederland en Engeland enerzijds, en van merk-terugvangst-methoden anderzijds, schat Huijser het verkeer verantwoordelijk voor 9 à 26% van de Nederlandse egelpopulatie. Slachtoffers zijn vooral de volwassen, actieve mannetjes, door hun grote ‘home range’ en de langere afstanden die zij per nacht afleggen. Voor de minder initiatiefrijke mannetjes zijn de overlevingskansen groter. Of dit op den duur invloed heeft op de egelpopulatie is een vraag. Wellicht zijn het de ‘slimmere’ mannetjes die overleven, doordat zij de wegen mijden?
| Additional Metadata | |
|---|---|
| Zoogdier | |
| CC BY-NC-ND 2.0 NL ("Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken") | |
| Organisation | Zoogdiervereniging |
|
onbekend. (2000). Boekbespreking. Zoogdier, 11(4), 30–32. |
|