In de avond van 29 september 2003 kreeg het museum Naturalis in Leiden bericht dat er vóór Hoek van Holland een dode walvis dreef. Met het oog op de scheepvaart had Rijkswaterstaat besloten het karkas verder buitengaats te slepen, waardoor het verloren ging voor het museum. Jammer, maar het was niet anders. Op grond van een ruwe beschrijving ging men uit van een dwergvinvis Balaenoptera acutorostrata: lengte 8-9 meter, ‘witte vlek’ op de borstvinnen. Deze soort is niet zeldzaam in de Noordzee en strandt zo nu en dan op onze kust. Op 2 oktober echter ontving Kees Camphuysen per e-mail enkele foto’s van de walvis. De zeer lange, witte flippers en de lange, zwarte baleinen maakten in één oogopslag duidelijk dat het niet om een dwergvinvis ging, maar om een bultrug Megaptera novaeangliae. Toen werd het verloren gaan van het dier natuurlijk hevig betreurd, want een bultrug verdwaalt zelden in de zuidelijke Noordzee en dit was de eerste voor ons land.