Na de herintroductie van de bever in de Biesbosch in de herfst van 1988 groeide de populatie maar langzaam. Als mogelijke oorzaken kwamen eerst verontreiniging en recreatiedruk in de Biesbosch in beeld, maar ook het eenzijdige voedselaanbod. Recent onderzoek sterkt echter het vermoeden dat de magere voedselkwaliteit van de wilg vooral de boosdoener is. Of beter gezegd: was. In 1983 adviseerde een commissie aan de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij om over te gaan tot de herintroductie van de bever Castor fiber in Nederland en daarmee in de Biesbosch te beginnen. Dit gebied zou groot genoeg zijn en bovendien stond het boordevol met het favoriete voedsel van bevers: wilgen. Kortom, dit leek hét beverparadijs. Het duurde tot 1988 alvorens de eerste bevers daadwerkelijk in de Biesbosch werden uitgezet. Het ging om een proef van vijf jaar die inzicht moest opleveren of de bevers zich in de Biesbosch konden handhaven zonder veel schade aan te richten in de omliggende akkers.