Al in het begin van de 17e eeuw waren de Nederlanden een Natie die zich vlijtig wijdde aan het vangen van walvissen. Enige concurrentie met o.a. de Noren en de Denen maar vooral met de Engelsen was daarbij niet van de lucht.. De kennis die nodig was bij het vangen van walvissen, leenden ze van de Basken, die vermoedelijk al enkele eeuwen langer de kunst van het walvisvangen beheersten. Kort na WO II voer in Nederland het voor die tijd moderne fabrieksschip ‘de Willem Barendsz’ uit voor de jacht. Van het leven op deze walvisvaarder schreef scheepsarts A. Melchior het boek ‘De eerste walvisvaart van de Willem Barendsz’. Het boek dateert van eind jaren ‘40 van de vorige eeuw. Hoewel de auteur veel aandacht besteedt aan de historiek van het schip, de politieke achtergrond van het walvisvaren en het leven van de bemanning op het schip, valt er ook over de walvissen zelf wel één en ander uit te destilleren voor deze ‘uit de oude doos’.