Het gebeurt vrijwel nooit dat je op een excursie tijdens een zoogdiercongres de betreffende diersoort ook goed te zien krijgt. Met uitzondering van hoefdieren, leiden zoogdieren nu eenmaal een tamelijk verborgen leven. Bij het van 11 tot 14 oktober in Kerkrade gehouden internationale hamstercongres liep het tot vreugde van de deelnemers anders. Hadden ze op vrijdag al hamsters (korenwolven) kunnen bewonderen in het fokcentrum in het GAIApark te Kerkrade, op zaterdag kregen ze een wilde hamster te zien. Aangekomen bij het hamsterreservaat op de Kollenberg (ten zuiden-oosten van Sittard) kwam na enkele minuten voor de ogen van de verbijsterde deelnemers een hamster uit een valpijp gekropen. Het dier was waarschijnlijk enigszins overdonderd door al die belangstelling: na even rondgelopen te hebben (letterlijk over de voeten van de congresgangers) verdween hij weer in een pijp van de burcht (zie foto). Ook de voordrachten waren soms heel verrassend. Zo blijken er in de Krim (Oekraïne) flinke aantallen stadshamsters te leven, die bovendien aan het eind van de zomer gezellig samen in burchten de wintervoorraden aanleggen. Men voorziet er zelfs epidemiologische problemen. In Frankrijk en Oostenrijk werd onderzoek gedaan naar invloed van het licht, respectievelijk de temperatuur op de voortplantingsperiode. Een late start door een lange strenge winter, blijkt geen negatieve invloed te hebben op het aantal worpen in dat jaar, maar wel op het aantal jongen en op het gewicht waarmee het hamsterwijfje de volgende winterslaap ingaat. Uit Nederlands onderzoek blijkt dat het niet oogsten van graanpercelen of graanranden (zogenaamde opvangranden) het overwinteringsucces enorm verhoogt. De combinatie van dekking en voedsel lijkt ideaal om veel hamsters de winter te laten overleven. Diverse studies waren gewijd aan de relatie tussen (beschermingsinspanningen voor) weidevogels en hamsters.