Limburg wordt beschouwd als de belangrijkste provincie voor overwinterende vleermuizen in Nederland. Deze uitzonderlijke positie dankt Limburg aan haar mergelgroeven, die samen goed zijn voor bijna een derde van het totale aantal vleermuizen dat in heel Nederland in winterverblijven wordt gevonden. In opdracht van de Stichting Instandhouding Kleine Landschapselementen in Limburg (IKL), maakte de Zoogdiervereniging VZZ een overzicht van de huidige stand van zaken, alsmede van de gewenste toekomst van de Limburgse winterverblijven. In dit artikel een aantal kernpunten uit het rapport. Limburg is een vleermuisrijke provincie. Zowel in de zomer als in de winter kunnen we er zeker dertien soorten vleermuizen aantreffen, waaronder de ingekorven vleermuis Myotis emarginatus, de grijze grootoorvleermuis Plecotus austriacus en de vale vleermuis Myotis myotis, soorten die elders in Nederland nagenoeg ontbreken. Verspreid over de provincie zijn, naast mergelgroeven, enkele tientallen bouwwerken in beheer als winterverblijf voor vleermuizen. Ten behoeve van een effectief provinciaal beheerbeleid, gericht op overwinterende vleermuizen, heeft de Stichting IKL de Zoogdiervereniging VZZ verzocht een onderzoek uit te voeren naar het belang van vleermuiswinterverblijven in Limburg. Ook werd een analyse gevraagd van het enorme bestand aan telgegevens van de Zoogdiervereniging VZZ. Om welke soorten gaat het, waar en in welke aantallen komen zij voor, en hoe ontwikkelen de aantallen zich. Deze informatie moet leiden tot beschermingsprioriteiten en vormt een goede basis voor het beoordelen van toekomstige ontwikkelingen op het gebied van recreatie, beheer of ruimtelijke ordening inzake eventuele negatieve effecten op overwinterende vleermuizen. In februari 2007 werd het rapport gepresenteerd tijdens een bijeenkomst op het Provinciehuis van Limburg.