De teek Ixodes ricinus (Schapenteek) brengt de ziekte van Lyme over. Deze ziekte wordt veroorzaakt door een groep bacteriën die behoren tot het complex van Borrelia burgdorferi, waarbinnen momenteel 6 verschillende soorten worden onderscheiden. Alle landzoogdieren, maar ook hagedissen, vogels en incidenteel mensen worden door de teek gebruikt als gastheer. De teek komt veel voor in bosranden en struikvegetaties waar hij een gunstig microklimaat vindt. Tevens bieden deze habitats voedsel en dekking voor dieren die als gastheer dienen voor larven en nimfen van teken (zie kader). Uit onderzoek van de Universiteit van Berlijn blijkt dat vooral muizen en zangvogels een belangrijke rol spelen bij de verspreiding van Lyme (deze vermelding lijkt opmerkelijk, want algemeen worden vogels in Nederland gezien als 'gelegenheidsgastheer'). Daarnaast is bekend dat grote hoefdieren het habitat voor teken negatief beïnvloeden, maar hun rol in de verspreiding van Lyme was nog niet duidelijk. Vaak is gesuggereerd dat de inzet van 'grote grazers' (om dichtgroeien van landschappen te voorkómen), de verspreiding van Lyme juist doet toenemen. Onderzoekers van de Universiteit in Berlijn hebben hiernaar onderzoek gedaan Het onderzoek vond plaats in de Noordelijke Vogezen. Hier grazen 250 Schotse Hooglanders jaarrond in een systeem van wisselbeweiding met tijdelijke rasters. Het totale terrein is circa 200 km2 groot. In het (tijdelijk) begraasde terrein en op een plek 10 meter buiten het begraasde deel zijn teken bemonsterd. Dit gebeurde zowel in mei als juni 2005. Middels DNA onderzoek zijn de teken onderzocht op de aanwezigheid van Borrelia en op de diverse soorten Borrelia.