Uittreksel uit het Publicatieblad van het Europees Parlement doc. 1-738/81 naar aanleiding van het rapport van het lid, mevrouw Johanna Maij-Weggen over zeehonden Zeehonden

Het totale aantal Zadelrobben werd aan het begin van deze eeuw nog geschat op circa 199 miljoen. Door intensieve jacht is dit aantal inmiddels gedaald tot circa 3 miljoen. De meeste recente tellingen spreken van 500.000 tot 700.000 Zadelrobben in de Barentsz Zee/Witte Zee 100.000 Zadelrobben rond Jan Mayen en 1 tot 1,5 miljoen in de Noordwestelijke gebieden van de Atlantische Oceaan. Zadelrobben verblijven gedurende de zomer verspreid in de noordelijke zeegebieden en trekken in de herfst naar het zuiden, waar tussen februari en maart de jongen worden geboren. De grootste concentraties bevinden zich in het voorjaar in de Witte Zee, rond Jan Mayen en rond Newfoundland. In die periode wordt er ook vooral jacht gemaakt op deze Zeehonden op bescheiden schaal door de plaatselijke bevolking in de noordelijke poolstreken, maar vooral door de Russen, de Noren en de Canadezen.