De auteur, dr. Horst Hagen, gaat in dit schokkende boek in op de jacht door de mens in zijn huidige vorm. Hij noemt het het ‘zwartboek over de groenjassen’ en vraagt zich af ‘hoe edel is de jagerij?’. ‘De jacht, zoals deze thans wordt bedreven, is al lang achterhaald’, zo schrijft hij, ‘evenals de slavernij, de kinderarbeid of de veelwijverij’. ‘De jacht moet afgeschaft worden’, zegt hij. Dit is het facet waar het in dit goed gedocumenteerde boek over gaat. Ofschoon het aantal vrijlevende bejaagbare dieren stelselmatig daalt en de natuurlijke woongebieden van deze dieren steeds kleiner worden, stijgt het aantal plezierjagers nog steeds. Maar tegelijkertijd is de ethische opstelling van de mens tot zijn medeschepselen zich aan het wijzigen. Vanuit deze achtergronden stelt de auteur critische vragen. Wil en zal de gemeenschap de kleine minderheid van jagers nog blijven toestaan, de tot het algemeen bezit behorende tot de bejaagbare gerekende diersoorten ter eigen primitieve bevrediging half of helemaal dood te schieten? Het gaat ook zonder jagers en jacht’, verklaart de auteur. Met verwijzing naar talloze wildbiologische en oecologische informatie bewijst hij dat. Hij laat zien, hoe een wereld zonder jagers eruit zou kunnen zien. Het boek neemt het op voor de weerloze dieren en wil het onnoemlijk lijden, dat bij de hogere dieren gelijkgesteld kan worden met het lijden van de mens, uit de wereld te helpen. Zeven argumenten wordt in hoofdstuk III (de argumenten van de jagers en zijn ware gezicht) behandeld: de jacht ten behoeve van het levensonderhoud, de jacht en de ontwikkeling van de mens, de jacht als statussymbool, de strijd met het dier, de jacht als wedstrijdsport bij de jagers onder elkaar, de jacht op grootwild in Afrika, de jacht als ontspanning en de liefde tot het dier. Ook antwoordt Hagen op de vraag ‘Is wildschade onbetaalbaar?’.