Vorig jaar (1981) werden door de toenmalige gemeenschapsminister voor natuurbehoud ,Marc Galle, onder wiens bevoegdheid de jacht viel, een aantal natuurvriendelijke veranderingen in de jachtopeningsbesluiten aangebracht. Zo werd het voortaan verboden – althans in het Vlaamse gewest- de kleine marterachtigen -Wezel, Hermelijn en Bunzing- te bejagen of op een andere manier te bestrijden. Deze maatregel ging gepaard met een verbod om klemmen, giftige stoffen (zoals gifeieren) en niet selectieve gevallen te gebruiken, zodat deze roofdieren onder een passieve bescherming kwamen te staan. Een verantwoorde beslissing die niet alleen uit ethische overwegingen werd genomen, doch waaraan ook een aantal economische overwegingen aan de grondslag lagen.