De jacht, zoals deze thans in het Nederlandse bos bedreven wordt, zou in een natuurlijk bos niet daarmee vergeleken kunnen worden. Er worden enkele soorten stuk voor stuk besproken. Het natuurlijk bos biedt meer mogelijkheden voor predatoren van het Konijn, waardoor minder schade kan worden verwacht. Bij Hazen zal geen duidelijke wisselwerking jacht-bosstructuur aanwezig zijn. Eekhoorns hebben een ondergeschikte betekenis, maar zullen hun nut (onder meer door zaad verspreiding) in natuurbos duidelijk beter kunnen bewijzen. De Boommarters zullen in natuurbos beter hun invloed kunnen laten gelden en ongetwijfeld kunnen toenemen. Het doden van predatoren van muizen, zoals Hermelijn, Wezel en Bunzing, kan de muizenstand beïnvloeden en zelfs de natuurlijke verjonging van het bos doen mislukken. Verwilderde Katten hebben geen merkbare invloed op de bosstructuur. De vervolging van de Vos zal in een cultuurbos niet veel verschillen met die in een natuurlijk bos. Edelhert en Wild Zwijn moeten thans in ons land als semi-gedomesticeerd beschouwd worden, waar het ontbreken van natuurlijke vijanden een onnatuurlijke situatie schept. Het natuurlijke Veluwse bos, gevormd door loofbos met vele open plekken en jonge bomen, levert een beter milieu op. Bij natuurlijker bostypen zal voor het Ree de, toch al niet grote, schade aan land- en tuinbouwgewassen zeker kleiner worden. Het Wilde Zwijn heeft door zijn wroeten ongetwijfeld invloed op de bosstructuur en dus de jacht er op ook. Bovendien worden een aantal bij de jacht aanwezige nevenverschijnselen behandeld, die invloed zouden kunnen hebben op de bosstructuur.