Maandag 26 april 1982 — 14.00 uur — een collega belde op met de mededeling ’ik heb een jonge Haas van niet ouder dan één week voor je’. Nu moet ik eerst even vertellen, dat ik in het verleden te kennen heb gegeven graag een jong dier op te voeden, wanneer dat nodig mocht zijn. Twee keer heb ik inmiddels geprobeerd een jonge Haas groot te brengen, dat helaas niet lukte. Het eerste Haasje bleef 3 weken in leven. Het kreeg van het begin af aan koffiemelk met druivesuiker, langzaam overgaand in een papje van Bambix met geraspte worteltjes. Het ging vrij goed, echter van de ene op de andere dag ging het diertje dood.