In aansluiting op ons vorige nummer, waarin geschreven werd ’Hoe denken wij over de dolfinaria?’ (bladzijden 14-18) vernamen wij dat onder de enkele aanbevelingen, die de 200 deelnemers aan de Eerste Internationale Conferentie over het niet-consumptieve gebruik van Walvissen begin juni 1983 te Boston ook wordt aanbevolen om het gebruik van levende walvissen voor wetenschappelijk onderzoek, recreatie en educatie zo veel mogelijk te beperken. Voorts zouden er regels moeten komen voor het gebruik van dieren voor deze doeleinden. Bovendien werd gesteld dat het onderzoek naar de situatie en de ecologische waarde van de walvissen en dolfijnen in hun natuurlijke omgeving zal dienen te worden bevorderd. Op de bijeenkomst, die was georganiseerd door de Internationale Walvisvaartcommissie (ICW), World Wildlife Fund (WWF) en de Internationale Unie voor het Behoud van de Natuur (IUCN = International Union for the Conservation of Nature), kwamen de wetenschapsmensen tot de conclusie, dat de walvissen en dolfijnen veel te lijden hebben. Het is onverantwoord en immoreel om deze dieren ten behoeve van amusement, educatie en onderzoek vast te houden, zo oordeelde men.