Antarctica heeft een zeer koud klimaat, kouder dan dat van het Noordpoolgebied. Het hele jaar door waaien er hevige rukwinden en de zomer is er zo kort dat de sneeuw de tijd niet heeft om te smelten. Planten vindt men alleen in de meest beschutte kuststreken en het zijn slechts mossen en korstmossen. Het Zuidpoolland wordt door zeer veel water van de andere landen gescheiden. Geen enkel landzoogdier is in staat zulke enorme afstanden zwemmend af te leggen. Alleen zeezoogdieren (zeeroofdieren en walvisachtigen) bevolken deze koude zeeën en enkele stranden van het vasteland. Samen met de grote zeevogels leiden ze er een eenzaam bestaan.