De Europese Otter (Lutra lutra L). is deze eeuw in aantal sterk achteruitgegaan. Ook de Nederlandse populatie is uitgedund. In 1900 kwamen haast op alle plaatsen in Nederland en waar water van enige betekenis was, Otters voor. Door een intensieve jacht op de Otter werd de soort op enkele tientallen na uitgeroeid. Toen in 1940 een jachtverbod van kracht werd, kon de populatie zich enigszins herstellen. Zij heeft echter de oorspronkelijke grootte nooit meer bereikt. Het huidige aantal Otters in Nederland wordt op enkele honderden geschat. Momenteel zijn er andere factoren die de Otters bedreigen en de otterstand klein houden. De belangrijkste factoren zijn biotoopvernietiging door ruilverkaveling, recreatie op en langs het water en verontreiniging van het oppervlaktewater. Wat betreft het laatste spelen vooral de organochloorpesticiden, de polychloorbifenilen (PCB’s) en de zware metalen kwik, cadmium en lood een belangrijke rol. Door ophoping in de voedselketens van deze persistente stoffen worden de topcarnivoren, waartoe de Otter behoort, in het bijzonder getroffen.