Egels krijgen twee maal per jaar jongen; een maal in mei/juni en een maal in augustus/september. Na een draagtijd van 5-7 weken worden de twee tot tien jongen met gesloten ogen en oren geboren. Ze zijn 5-7 cm lang en hebben een gewicht van 12-25 gram. De nog weke, witte stekeltjes zijn ingebed in de met vocht gevulde huid. Binnen 24 uur verliest de huid het meeste water en wordt rimpelig, waardoor de stekelpennen verder uit gaan steken. Zo’n 36-60 uur na de geboorte worden de gekleurde jeugdstekels zichtbaar, die in regelmatige rijen staan. Na een week kunnen ze de stekels opzetten, na ongeveer elf dagen kunnen ze zich oprollen. Na veertien dagen verschijnt het definitieve stekelkleed, waarbij de stekels niet meer in regelmatige rijen staan. Op de veertiende dag gaan de ogen open. Na ongeveer vier weken wordt het zogen minder en gaan de jongen met de moeder mee op zoek naar voedsel. Ze zijn op die leeftijd pas in staat om de lichaamstemperatuur constant te houden. De moeder loopt voorop, de jongen volgen, netjes op een rijtje. Als er één het contact kwijtraakt, slaakt deze hoge, piepende angstkreetjes.