Begrazingen op terreinen van het Brabants Landschap

De Rovertse Heide was tot 1900 één groot heidegebied. Vanaf 1907 is het gebied echter geleidelijk aan bebost met Grove Dennen. Van de heide bleef niets meer over. In 1978 is in het centrum van het gebied een open ruimte gecreëerd teneinde de variatie in het gebied te vergroten. De vegetatie van de open ruimte bestond uit een monotone pijpestrootjesvegetatie. Uit ervaringen in andere gebieden kwam naar voren dat door begrazing een gevarieerde vegetatie kan ontstaan, waarin naast Pijpestrootje ook Struikheide, Dopheide en plantesoorten van heischrale graslanden voorkomen. In 1985 werd een gebied van circa 50 ha begraasd door vijftig stuks jongvee (zwartbont) en circa honderd Gotland Pelsschapen. Het jongvee is eigendom van boeren uit de omgeving. Op kleine schaal zijn reeds positieve ontwikkelingen zichtbaar.