Momenteel zijn er geen Elanden in de Nederlandse natuur. Wel is sprake van een beheerscrisis in de belangrijkste moerassige natuurgebieden. Dit betreft met name het voormalige estuariene natuurgebied van de Biesbosch, en een aantal uitgeveende laagveengebieden zoals in Overijssel en Friesland: de Wieden, de Weerribben en de Oude Venen. Deze natuurgebieden worden ontwikkeld als volstrekte nieuwbouw. De oorspronkelijke estuariene bossen en laagvenen zijn immers volledig vernietigd. In de Biesbosch heeft het wegvallen van het zilte getijde het oorspronkelijke systeem vernietigd en na het wegvallen van de griendcultuur ontstaat op de permanent drooggevallen voedselrijke gronden een zeer instabiele monocultuur van brandnetels en doorgeschoten griendwilgen. In de laagvenen is de oorspronkelijke dynamiek van de waterhuishouding eveneens verdwenen. Ten behoeve van de vervening zijn de gebieden ontwaterd. De moeraslevensgemeenschap is verdwenen. Waar nu sprake is van verlandingsprocessen is dit een eenrichtingsverkeer. Waar vroeger het veen een bobbel vormde ontstond elders een deuk net als bij het deuken van een luchtmatras. Als geheel bleef het nat moeras en broekbos. Bij het huidige beheer met een gestabiliseerde ontwatering denkt men er goed aan te doen de natuurlijke ontwikkeling te doorbreken door het veen opnieuw uit te graven en zo de levensgemeenschap lokaal te vernietigen. Op de droge delen wordt zo mogelijk de natuurlijke ontwikkeling van broekbos gestoord door de boompjes uit te trekken of door ze als hakhout af te zetten. In de oorspronkelijke levensgemeenschappen gebeurde dit niet en vergelijking met natuurlijke laagveensituaties in het buitenland leert dat de openheid in moerasbossen van nature ontstaat door tal van natuurlijke factoren zoals lokale veranderingen in het waterafvoerende patroon. Delen van het bos verzuipen of waaien om. Openheid langs waterlopen wordt tevens gestimuleerd door bevervraat, terwijl openheid wordt gestabiliseerd door begrazing van Reeën, Edelherten en Elanden. Hoewel Nederland een van de dichtstbevolkte streken van Europa was heeft de Eland tot in de middeleeuwen hier stand weten te houden. De meeste vondsten zijn afkomstig van de hogere gronden. Het natuurlijke verspreidingsgebied van de Eland is echter heel ruim en vergelijking met de huidige verspreiding leert dat ook moerassige broekbossen en beekdalen geschikte elandbiotopen vormen.