De Vereniging Das & Boom werd rond de Paasdagen met name in Limburg verscheidene malen geconfronteerd met door honden doodgebeten jonge Dassen. De dieren lagen in de meeste gevallen in de onmiddellijke nabijheid van de burcht. Op de stortbergen en rond de burchten stonden de sporen van volwassen mensen en honden. De jonge dieren waren zonder uitzondering nog te jong om uit zichzelf bovengronds te komen. Op andere lokaties in Limburg, maar ook in Gelderland, werden uitgegraven dassenburchten aangetroffen. Het meeste graafwerk was werk van professionals; men kon volstaan met slechts één trefzeker gegraven gat, loodrecht op de nestketel van de dassenburcht. Het nestmateriaal van de Dassen werd onderin het gat aangetroffen. Op sommige plaatsen was het gat na gedane arbeid weer dichtgestopt en met humus en takken gecamoufleerd. In enkele gevallen werden korte tijd later dode Dassen in de omgeving aangetroffen. De beetwonden over het gehele lichaam doen het ergste vermoeden. Niet alleen werden dassenburchten ernstig verstoord en werd er een onbekend aantal Dassen gedood, ook moet worden aangenomen dat met name volwassen dieren langere tijd gevochten hebben met honden. Onervaren honden hebben tegenover de Das echter geen enkele kans, noch onder-, noch bovengronds. Alleen goed getrainde honden en verscheidene honden tegelijkertijd kunnen een Das insluiten en na soms urenlange gevechten doden. De honden worden in zulke gevechten niet zelden ook ernstig toegetakeld door de das.