Als gevolg van alarmerende berichten over de bijvangsten aan dolfijnachtigen bij de Deense en Amerikaanse visserij, heeft Hemmo Muntingh die voor de Nederlandse socialisten in het Europarlement zitting heeft, opheldering gevraagd aan de Europese Commissie over: – de bijvangsten aan Dolfijnen in Europa – de mogelijkheden om zulke bijvangsten te vermijden, te meer daar de Bruinvis en de Butskop in de Noordzee en de Baltische Zee onder de werking van de Conventie van Bern vallen – de bijvangst aan dolfijnachtigen bij de tonijnvisserij – de tonijnimport in de Europese Gemeenschap waarbij bij de vangstmethoden zijn gebruikt die schadelijk zijn voor de dolfijnachtigen – de maatregelen die de Europese Commissie kan nemen om de dolfijnachtigen bij de tonijnvisserij te beschermen. In de beantwoording van de vragen door de Europese Commissie bleek duidelijk dat: – blijkens een Deense studie door Deense vissers jaarlijks circa 3000 Bruinvissen worden gevangen. Er zijn geen recente cijfers, noch is een totaal beeld voor de Europese Gemeenschap beschikbaar – bijvangsten aan dolfijnachtigen bij de tonijnvisserij zijn vooral beperkt tot de oostelijk-tropische wateren van de Stille Oceaan. Gegeven de onder andere Amerikaanse maatregelen ter beperking van bijvangsten aan dolfijnachtigen in de Stille Oceaan en het feit dat de Europese import voor een deel uit de Atlantische Oceaan afkomstig is, acht de Europese Commissie het niet waarschijnlijk dat de tonijnimporten in de Europese Gemeenschap samenhangen met de dood van veel dolfijnachtigen – de totale import van Tonijn uit de Verenigde Staten en Mexico is van 1982 tot 1986 geleidelijk gestegen van 6683 tot 15746 ton Tonijn. Contrair aan die ontwikkeling is het Nederlandse aandeel in die import over het zelfde tijdsbestek geleidelijk gedaald van 41 tot 0 ton. Van België zijn geen cijfers bekend. De meest importerende landen zijn Italië (1986: 11.634 ton), Spanje (2306 ton) en Frankrijk (1986: 1786 ton). Het is niet bekend welk aandeel van deze importen afkomstig is uit vangstgebieden in de Stille Oceaan, de Golf van Mexico of de Atlantische Oceaan. Schriftelijke vraag nummer 1430/87 door Hemmo Muntingh (Socialisten-Nederland) aan de Commissie van de Europese Gemeenschap (14 oktober 1987), is beantwoord namens de Commissie op 1 juli 1988 door Cardoso e Cunha.