’Dat wat wij niet totaal kennen, zou ons met respect moeten vervullen in plaats van met arrogantie’, luidt de eerste stelling bij het proefschrift ’Huilen met de wolven, een interdisciplinaire benadering van de mens-dierrelatie’ waarop Barbara Noske in oktober 1988 promoveerde. Deze stelling is in feite het ’Leitmotiv’ in de studie van de cultureel antropologe, die er niet voor terugschrikt zich buiten de gebaande paden van het gevestigde wetenschapsbedrijf te begeven. Het maakt haar boek niet minder leesbaar en interessant voor ieder die geïnteresseerd is in de manieren waarop mensen met dieren omgaan en in de opvattingen die daaraan ten grondslag kunnen liggen. ’Huilen met de wolven’ kent zeven hoofdstukken die eigenlijk in drie delen zijn gegroepeerd. In het eerste deel, dat uit drie hoofdstukken bestaat, wordt een beschrijving gegeven van de menselijke beheersing van dieren. In het tweede deel, dat uit de volgende twee hoofdstukken bestaat en verreweg de meeste ruimte inneemt, passeren verschillende historische natuuropvattingen de revue alvorens het mechanistisch-positivistische wereldbeeld van de moderne wetenschap wordt getackeld met als illustratieve voorbeelden de leer van Darwin en de leer van Marx. In het derde deel wordt in de laatste twee hoofdstukken besproken wat nu de eigenlijke scheidslijn tussen mens en dier is en welke consequenties dat zou moeten hebben voor opvattingen over en behandeling van dieren.