Voor het strand bij Oostvoorne en Rockanje tot aan de Haringvlietdam steken ze met honderden boven het zeewater uit: de palen waaraan de fuiken en andere netten zijn vastgemaakt. Het is zes uur in de ochtend en straks zal het viswant onder de vloedstroom verdwijnen om Schol, Tong, Harder en Paling te verstrikken. Maar misschien ook een verdwaalde zeehond of een stel futen, die hun voedsel opduiken en nu nog argeloos rondzwemmen. Ing. J. van den Berg uit Oostvoorne beziet het woud van palen met sombere blik. Hij is medewerker van de stichting Het Zuidhollands Landschap (ZHL), die hier eigendommen heeft tot aan de hoogwaterlijn en het beheer voert over een deel van de voordelta, de ondiepe zee voor de kust. Hij nam het initiatief tot een brief die dezer dagen naar minister Bukman en staatssecretaris Gabor van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij werd verstuurd. Daarin dringen tien natuurbeschermingsorganisaties onder leiding van Het Zuidhollands Landschap aan op een drastische vermindering van het aantal fuiken en staande netten, omdat dit vistuig fatale klappen toebrengt aan Zeehonden en duikende vogelsoorten, waaronder Futen, duikeenden en Aalscholvers.