Onder belangstelling van haast 400 bezoekers werd op 1 februari te ’s-Hertogenbosch de 'Atlas van de Nederlandse zoogdieren’ gepresenteerd. De presentatie werd gecombineerd met een symposium over het gebruik van zoogdierverspreidingsgegevens. Sprekers waren onder meer C. Smeenk, J.D. Gabor, L. Vlijm, D. Klees, K. van Zomeren, S. Broekhuizen, mevrouw A. Steeman-Diepenbeek, waarna een discussie volgde over ’Zoogdiergegevens, wie kan en doet er wat mee?’ onder leiding van J.A.R.A.M. van Hooff met zes panelleden. Tientallen organisaties werkten zo’n tien jaar mee aan het bijeenbrengen van de gegevens. In totaal brachten circa achthonderd personen de gegevens bij elkaar. De namen van de grotendeels amateurs worden niet in het boek vermeld. Bij deze atlas ligt het accent uiteraard op de verspreiding van de 64 landzoogdieren, maar ook twee soorten zeehonden die zich in de Nederlandse kustwateren voortplanten, worden behandeld. Voor de bespreking van de verschillende soorten werkten 35 prominente zoogdierdeskundigen mee. De vijf redactieleden zijn er bijzonder goed in geslaagd een uniformiteit in de teksten aan te brengen. Ook de royaal uitgevoerde pentekeningen van de acht illustratoren hebben gelukkig voor een niet al te grote variatie in stijl gezorgd.