De literatuur over Ostrea princeps is beperkt. Behalve bij Wood in zijn Crag Mollusca vindt men de soort behandeld in Nijst 1878—’81. Verder wordt zij nog genoemd in eenige geschriften van dezelfde schrijvers. Van den Broeck vermeldt haar niet in zijn Esquisse géologique 1876—’78, maar wel in zijn Introduction tot Nijst. De diagnose van Wood luidt: Testa magna, crassa rotundata; valva sinistra convexa, costata, costis numerosis elevatis, radiantibus, divaricatis, concentrice undato-plicatis; valva superiori plana, obsolete costata. Diameter 5 inches. Schelp groot, dik, min of meer rond; linker- of onderschelp convex, met ribben op den buitenkant, de ribben zijn talrijk, hoog, stralend en dichotoom vertakt, de concentrische groeilijnen verloopen golvend; de bovenschelp is vlak en voorzien van zwakke ribben. Middellijn 12½ cm.