Teuthologische aanteekeningen. I

In de kolommen van „Basteria”, zoomede in die van het „Correspondentieblad van de Nederlandsche Malacologische Vereeniging” werd tot nogtoe aan een belangrijke, zoo niet de belangrijkste groep van Mollusca, zoo weinig aandacht besteed, dat wij ons afvroegen, hoe het toch mogelijk was, dat een dergelijke interessante en merkwaardige klasse als die der Cephalopoden zoo’n gebrek aan belangstelling had van de zijde der Nederlandsche malacologen. Nu is dit misschien voor een groot deel te wijten aan de onbekendheid met deze dieren, daar het verzamelen ervan met vele moeilijkheden gepaard gaat. Uit de aard der zaak komen de veldbiologen weinig met Cephalopoden in aanraking. De aanspoelingen zijn altijd incidenteel en dus zeldzaam. Men moet zijn materiaal van visschers, etc. betrekken en dit gaat niet altijd gemakkelijk. Teneinde de malacologen nu wat nader in contact te brengen met de Nederlandsche inktvisschen, stellen wij ons voor in „Basteria” geregeld „Teuthologische Aanteekeningen” te doen verschijnen, waarin althans getracht zal worden de vele belangrijke en minder belangrijke feiten zoo overzichtelijk en systematisch mogelijk te rangschikken tot een geheel, waaraan weliswaar veel zal ontbreken, doch dat toch de pretentie heeft een bescheiden hulpbron en leidraad te zijn bij de studie van onze inlandsche inktvisschen.